Afgelopen weekend was Bent Branderup weer in Nederland voor een clinic. Het was weer super interessant en de sfeer was erg gemoedelijk.
In het theoriegedeelte werd benadrukt hoe belangrijk het is dat het paard voldoende ruimte heeft tussen hoofd en hals (ruimte tussen de Atlasvleugel en de kaak) voor de luchtpijp en het tongbeen om te kunnen slikken. Een aantal zinnen die zijn bijgebleven zijn over de theorie van het hele weekend:
‘Als het paard het bit omhoog moet houden met de tong dan kan het niet slikken.’
‘Aanleuning betekend dat het paard contact zoekt en informatie geeft over wat de achterbenen doen.’
‘Het binnenbeen (binnenzitbeen en onderbeen) brengt het paard naar de buitenteugel. De buitenteugel geef je en het paard stretcht er naartoe.’
‘Bij een jong paard houd je je binnenbeen naar voren en je buitenbeen naar achteren. Let op dat je binnenzitbeen wel gewicht houdt. Het buitenbeen begrenst het buitenachterbeen tegen naast de massa stappen.’
‘Het paard beweegt hetzelfde als mensen.’
‘Het binnenachterbeen moet de borst opliften.’
‘Het voorbeen moet niet zover terugkomen dat het achterbeen eroverheen stapt; het achterbeen moet naar het zwaartepunt toestappen.’
‘Werk altijd met het geheel: werk je met het hoofd, kijk dan naar de heup en vise versa.’
‘De positie van het hoofd is een indicator van hoe het paard het lichaam gebruikt.’
‘Pas je training aan op je paard.’
‘Houd de rode draad in de gaten, dan kun je wel wat van je pad afkomen maar kun je weer terug naar de rode draad.’
‘Als je goed weet wat je je paard wilt leren, zal het paard het beter leren. Ga niet steeds andere dingen vertellen, maak het eenvoudig en behapbaar.’
‘Haal het niet uit het gereedschap, ontdek hoe je het moet gebruiken.’
En wat mij betreft de mooiste:
‘Oefeningen die de natuurlijke gang verbeteren zijn de enige echte oefeningen.’